Hoe weet je wat een fietsstrook is? De fietsstrook is een deel van de weg met een fietssymbool, hetzelfde symbool als voor een fietspad. De fietsstrook is alleen bedoeld voor fietsers; de bromfietsers moeten de rijbaan gebruiken. Meestal heeft een fietsstrook rood asfalt, maar dat hoeft niet, de asfaltkleur heeft geen wettelijke betekenis. Als er tussen de rijbaan en de fietsstrook een doorgetrokken streep staat, dan mogen andere bestuurders niet op de fietsstrook komen. Loopt er een streep met onderbrekingen, dan mogen andere bestuurders er wel komen maar alleen als ze de fietsers niet hinderen. Op of naast de fietsstrook mag je niet stilstaan of parkeren, dat mag dus alleen in daarvoor aangelegde parkeerhavens. De foto is van de fietsstrook op de Opwettenseweg. Fietsers rijden op de fietsstrook, alle andere bestuurders rijden op de middelste strook. Als er geen ander verkeer is, mogen auto’s niet op de fietsstrook. Komt er verkeer uit de tegenrichting, dan mág je met een auto naar de fietsstrook rechts uitwijken, maar je mag de fietsers daarbij niet hinderen. Een auto mag op een fietsstrook dus ook niet stoppen om iemand te laten in- of uitstappen of om iets te laden of lossen. Daarvoor moet je of naar een parkeerplaats of op de rijbaan blijven om de fietsers vrije doorgang te geven. In de praktijk zijn veel fietsstroken gecombineerd met parkeerplaatsen langs de weg zodat een auto niet midden op de rijbaan hoeft te stoppen. Het is voor een automobilist niet altijd gemakkelijk, dat is waar. Maar het uitgangspunt is dat fietsstroken er zijn voor de fietsers. Op de Opwettenseweg reed deze zomer iemand tegen een puincontainer die over de fietsstrook geplaatst was. Die container had volledig op de parkeerplaats moeten staan.