Boosheid is een emotie die niet goed samengaat met verkeersveiligheid, dat blijkt uit de nieuwe webdocu ‘Martijn is Boos’. Een boze weggebruiker zorgt eerder voor gevaarlijke situaties dan een chauffeur die te allen tijde kalm blijft. Hoe zorgen we ervoor dat we onze rust bewaren? Met die vraag stapten we naar Marjan Hagenzieker, hoogleraar verkeersveiligheid aan de TU Delft.
Stel, je hebt een belangrijke afspraak en bent net iets te laat de auto ingestapt. Bij de eerste de beste verkeerslichten sta je alweer stil. Met smart zit je te wachten tot het licht op groen springt, iets wat voor je gevoel een eeuwigheid duurt. En áls het moment dan eenmaal daar is, zit je voorganger te slapen. Je toetert en hij glipt nog net door groen, maar jij…
Je was al aan de late kant en dit maakt het er niet beter op. Je bent boos. Boos op de automobilist die naar jouw idee zat te slapen.
Geen pesterijen
"Uit ons emotie-onderzoek komt naar voren dat we meestal boos en geïrriteerd raken in het verkeer doordat we vinden dat we gehinderd worden in onze normale gang", legt Marjan, van huis uit psycholoog, ons uit. “We zijn op weg van A naar B en we denken dat een andere weggebruiker ons dwarsboomt, ons pest. We richten die boosheid dan soms ook echt op die persoon en worden kwaad. Maar die weggebruiker die, in bovengenoemde voorbeeld, volgens jou niet snel genoeg optrekt, doet dat over het algemeen echt niet om jou te pesten. Misschien weet deze automobilist de weg niet, zijn er problemen met de auto of heeft de bestuurder net het rijbewijs behaald en is hij of zij nerveus. "