Verkeersregels op de scootmobiel

Met een scootmobiel kun je (weer) gaan en staan waar je wilt: voor velen een hele verademing. Om veilig met jouw voertuig het verkeer in te gaan, is kennis van de actuele regels onmisbaar. We zetten de belangrijkste verkeersregels op een rijtje.

Benieuwd of de verkeersregels voor scootmobielgebruikers jou goed bekend zijn? Doe de online kennistest en ontdek in twee minuten of je verkeerskennis up-to-date is.

Plaats op de weg

Je mag met een scootmobiel zelf kiezen waar je rijdt: op de stoep, het voetpad, het (brom)fietspad of rechts op de rijbaan. Vanwege de beperkte snelheid, gaat de voorkeur uit naar de stoep of het (brom)fietspad. Je mag geen gebruikmaken van autowegen en autosnelwegen. Belangrijk: rijd je op de stoep, dan gelden de verkeersregels van voetgangers. Ben je op het fietspad of op de rijbaan, dan volg je de regels voor fietsers.

Maximumsnelheid

  • Op de stoep mag je maximaal zes kilometer per uur.
  • Op het (brom)fietspad binnen de bebouwde kom mag je maximaal 30 kilometer per uur.
  • Op de rijbaan, behalve op autowegen en autosnelwegen, mag je maximaal 45 kilometer per uur. Dat geldt binnen en buiten de bebouwde kom.
  • In de praktijk rijdt een scootmobiel maximaal 20 kilometer per uur.

Verlichting

’s Nachts, als het sneller schemerig wordt en bij slecht zicht overdag, moet je voor- en achterlicht voeren. Dit geldt niet als je op de stoep rijdt. Veilig Verkeer Nederland adviseert bestuurders van een scootmobiel reflecterende kleding te dragen. Ook kun je een geel of oranje hesje over de rugleuning plaatsen. Gebruik daarnaast altijd je knipperlicht als je van rijrichting verandert, of steek je hand uit.

Parkeren

Waar een stop- of parkeerverbod geldt voor bestuurders, geldt dat ook voor mensen in een scootmobiel. Maar er zijn uitzonderingen. Zo mag je op een gehandicaptenparkeerplaats staan. Ook is het toegestaan om maximaal
drie uur te parkeren bij een gele onderbroken streep. Daarnaast mag je de scootmobiel overal op de stoep neerzetten, op voorwaarde dat je de doorgang niet blokkeert. Lees meer over de parkeerregels voor scootmobielgebruikers.

Alcohol

Alcohol en verkeer is nooit een goede combinatie. Voor scootmobielbestuurders gelden dezelfde regels als voor andere
bestuurders, al adviseert Veilig Verkeer Nederland om helemaal geen alcohol te nuttigen voordat je gaat rijden. Toch teveel
gedronken? Bel een taxi! Ook het gebruik van medicijnen kan van invloed zijn op de rijvaardigheid.

Bellen

Zoals ook voor andere bestuurders in het verkeer geldt: rijd MONO, dus zonder afleiding van je mobiele telefoon. Alleen als je stilstaat en dus niet deelneemt aan het verkeer, mag je jouw mobieltje gebruiken.

Rijbewijs en helm

Je hebt geen (bromfiets)rijbewijs nodig om een scootmobiel te besturen. Ook hoef je geen helm te dragen.

Leeftijd

Kan de scootmobiel harder dan tien kilometer per uur? Dan moet je minimaal 16 jaar zijn om deze te mogen besturen. Gaat de scootmobiel langzamer, dan geldt geen minimumleeftijd. Jongeren onder de 16 jaar die een scootmobiel willen besturen, kunnen een ontheffing aanvragen bij de wegbeheerder. Dit is meestal de gemeente of provincie.

Verzekering

Een scootmobiel heeft geen kentekenplaat. Wel is een aansprakelijkheidsverzekering verplicht. Als bewijs dat jouw scootmobiel verzekerd is, ontvang je een verzekeringssticker. Deze bevestig je achterop de scootmobiel.

Wel of geen handicap

Een scootmobiel is volgens de wet een gehandicaptenvoertuig. Maar ook als je geen handicap hebt, mag je er gebruik van maken. Dit geldt ook voor andere (gesloten) gehandicaptenvoertuigen, zoals de Canta. Voor het besturen gelden dezelfde regels als voor een scootmobiel.

Voorrang en voorgaan

  • Als je op de stoep rijdt, heb je nooit voorrang. Je bent immers ‘maar’ voetganger. In een aantal gevallen mag je wel voorgaan.
  • Bij een zebrapad ga je, net als een voetganger, voor bij het oversteken.
  • Op een voorrangsweg of -kruispunt moeten bestuurders uit de zijwegen voorrang aan jou verlenen. Op een fietspad of rijbaan hangt het af van de plaatselijke situatie.
  • Bij een gelijkwaardige kruising, geef je het verkeer van rechts voorrang. Als je zelf van rechts komt, dan moeten anderen jou voor laten gaan.
  • Of je nu op de stoep, het fietspad of de rijbaan rijdt: rechtdoorgaand verkeer heeft altijd voorrang, dus ook voetgangers. Als je zelf rechtdoor gaat, dan ga je voor op afslaand verkeer.

Meer weten over de scootmobiel? Lees handige tips voor scootmobielgebruikers.