Top 5 verkeersregels op een brom- of snorfiets

1. Op een brom- of snorfiets moet je een helm op. Voor de snorfiets geldt dat sinds 1 januari 2023. Voor een brommobiel geldt dat je een helm draagt als het gaat om een open brommobiel waar geen gordels aanwezig zijn

2. Rij MONO en ga ongestoord onderweg. Dat betekent dat je geen telefoon of ander elektronisch device gebruikt tijdens het rijden.

3. Gebruik geen alcohol of andere middelen die het rijgedrag kunnen beïnvloeden.

4. Verkeer (waaronder voetgangers!) dat zich op dezelfde weg als jij bevindt mag voor als zij rechtdoor gaan en jij af wilt slaan. 

5. Rij niet harder dan toegestaan en pas je snelheid aan op kwetsbare weggebruikers. Met een snorfiets mag je nooit harder dan 25 km/uur. Met een bromfiets mag je binnen de bebouwde kom op het fiets/bromfietspad maximaal 30 km/uur rijden. Buiten de bebouwde kom is dat maximaal 40km/uur. Op de rijbaan mag je met een bromfiets maximaal 45 km/uur.  

Verschillen tussen brom- en snorfietsen

Kenteken 

Soms zie je aan het uiterlijk niet of het een bromfiets of een snorfiets is. Vooral bij scooters is dat niet altijd goed te zien. Aan het kenteken kun je dan zien waar je mee te maken hebt:

• Een blauw kenteken met witte tekens is een snorfiets.
• Een geel kenteken met zwarte tekens is een bromfiets.

Goed om te weten: een speedpedelec heeft een geel kenteken en geldt ook als bromfiets. Er zijn dus verschillen tussen een speedpedelec en een e-bike. Een brommobiel is een bromfiets met meer dan twee wielen en lijkt op een kleine auto. Ook deze heeft dus een geel kenteken. Een brommobiel is wat anders dan een gehandicaptenvoertuig (ook wel Canta genoemd). Lees hier over de verschillen tussen een brommobiel en een gehandicaptenvoertuig.

Plek op de weg

Met een brommobiel rijd je op de rijbaan. Met een bromfiets rijd je op het fiets/bromfietspad (bord G12a), het fietspad is niet toegestaan. De rijbaan is toegestaan als het fiets/bromfietspad ontbreekt. De gemeente mag als wegbeheerder bepalen waar bromfietsers van het fiets-/bromfietspad gebruik moeten maken en waar bromfietsers op de rijbaan moeten rijden. Dit wordt vaak ook aangegeven met een bord (bord D103 en D104). Bij die afwegingen spelen veel zaken een rol, maar verkeersveiligheid voor zowel fietsers als bromfietsers staat centraal. Over het algemeen wordt er van uitgegaan dat bromfietsers binnen de bebouwde kom op de rijbaan moeten rijden, en buiten de bebouwde kom op het fiets-/bromfietspad. Alleen op erg drukke wegen binnen de bebouwde kom waar ook nog eens hard wordt gereden door het autoverkeer, wordt aanbevolen om bromfietsers op het fiets-/bromfietspad te laten rijden. 

Met een snorfiets rijd je op het fietspad (bord G11) of, het fiets/bromfietspad (bord G12a). De rijbaan is toegestaan als een fietspad of een fiets/bromfietspad ontbreekt. Soms is het voor snorfietsers verplicht op de rijbaan te rijden, bijvoorbeeld in Amsterdam en Utrecht. De wegbeheerder kan dit besluiten als het fietspad erg druk is. Is dit het geval dan hangt er een onderbord waarmee snorfietsers naar de rijbaan worden verwezen. Wij zien het liefst dat deze maatregel voor het het hele land gaat gelden, om verwarring te voorkomen.

Op het onverplichte fietspad (bord G13) mag je alleen met een snorfiets  met elektromotor of uitgeschakelde verbrandingsmotor komen.  

Beide voertuigen zijn niet toegestaan op auto(snel)wegen.

Verzekering en rijbewijs

Voor zowel de brom- als snorfiets heb je een bromfietsrijbewijs (type AM) nodig en is een verzekering voor wettelijke aansprakelijkheid (WA) verplicht. 

Passagiers

Op een brom- of snorfiets mag maximaal 1 passagier worden vervoerd op een daartoe bestemde zitplaats (duo- of buddyseat).

Kinderen jonger dan 8 jaar mogen alleen op de brom- of snorfiets vervoerd worden als ze een veilige zitplaats hebben met voldoende steun voor rug, handen en voeten. In de praktijk komt dit vaak neer op een stoeltje. Zorg altijd voor een goedgekeurde en passende helm. Lees meer over het veilig vervoeren van kinderen.