Dit artikel verscheen eerder in het najaarsnummer 2021 van het VVN Magazine.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
‘Ik heb jarenlang in een koker geleefd als hockeybondscoach van België, Spanje en Nederland. Nu mag ik mijn agenda wat diverser invullen. Ik geef veel lezingen in het bedrijfsleven, het onderwijs en de zorg. Daarnaast ben ik innovatie consultant bij een aantal voetbalclubs en coach van het TU Delft Solar team.’
Wat valt je nu op in het verkeer?
‘Ik ben altijd veel onderweg geweest voor mijn werk. Het valt me op dat we in Nederland heel blij mogen zijn met onze wegen. In België bijvoorbeeld is het echt een stuk slechter geregeld. We doen het hier heel goed en daar mogen we best wat trotser op zijn! We focussen te vaak op de dingen die niet goed gaan.’
Wat zou jij daar als Verkeersminister aan doen?
‘Als bondscoach maakte ik veel gebruik van data. Op basis van cijfers liet ik mijn spelers zien wat er goed ging. Dat zorgt voor erkenning en waardering. Met als resultaat dat ze daar nóg beter in wilden worden. Als Verkeersminister zou ik dat ook doen. Er moet heel veel data beschikbaar zijn over verkeersveiligheid, deze gegevens zou ik inzetten om te laten zien hoe goed we het in Nederland doen.’
Hoe zou je die boodschap overbrengen?
‘Ik geloof dat je mensen bij je plan moet betrekken. Mensen willen hun gedrag best veranderen, maar ze willen niet veranderd worden. In mijn tijd als bondscoach van het Nederlands dameshockeyteam las ik dat Anky van Grunsven haar paarden een ijsbad liet nemen om ze sneller te laten herstellen in landen waar het erg heet is. Dat leek me ook heel effectief voor mijn team. Het idee riep echter enorm veel weerstand op onder de spelers. Toen heb ik Anky van Grunsven een presentatie laten geven. Ze nam de spelers mee in haar verhaal en liet zien wat ze allemaal had bereikt. Dat maakte echt het verschil. Als Verkeersminister zou ik dus niet belerend zijn, maar mensen met data en storytelling meenemen in mijn verhaal. Daarnaast zou ik ze uitdagen om na te denken over hoe zij het verkeer nog veiliger kunnen maken. Want als je ergens over nadenkt, word je eigenaar van het plan en kom je veel sneller in actie.’
Welke inzichten uit de hockeywereld neem je nog meer mee in je aanpak?
‘Ik hou van innovatie, dat heeft me in de hockeywereld verder gebracht dan de concurrentie. Als Verkeersminister zou ik studenten van de TU Delft en Twente ondersteunen om innovaties te ontwikkelen waardoor het verkeer nog veiliger wordt. Misschien kun je wel een magnetisch afstotend materiaal ontwikkelen waardoor auto’s nooit meer tegen elkaar botsen. Of denk aan andere digitale communicatieoplossingen in het verkeer, zoals slimme verlichting op de weg.’
Dat is een mooi haakje naar het magazinethema ‘Communiceer over verkeer’. Op het sportveld lever je door communicatie en onderlinge interactie een teamprestatie. Hoe zie jij dit in het verkeer?
‘Net als in de topsport, moet je in het verkeer op de juiste momenten het hoofd koel houden. Ook goede onderlinge communicatie is essentieel: wat hebben we afgesproken en hoe houden we ons aan de regels? Op het veld beslis je in het moment en communiceren we veel non-verbaal. Met één enkel teken begrijpt het hele team wat te doen. Ook in het verkeer gebruik je die non-verbale signalen, zoals groot licht geven als de ander mag voorgaan. Laten we samen nog meer non-verbale verkeersafspraken maken, dat maakt de samenwerking en onderlinge interactie op straat leuker en beter. Gaat het toch mis? Voorkom agressie door elkaar niet aan te spreken op de persoon, maar op de gemaakte afspraken. Kijk samen vooruit en denk in oplossingen. Vanuit die mindset ontstaan positieve gesprekken én een veiliger verkeer.’
Stel: je mag Nederland als minister één boodschap meegeven. Wat zou je zeggen?
‘Winnaars hebben een plan, verliezers hebben een excuus. In de topsport is een goede voorbereiding alles. Dat geldt ook in het verkeer. Mensen zijn vaak afgeleid in de auto omdat ze niet goed voorbereid zijn. Zorg bijvoorbeeld dat je navigatie vooraf al is ingesteld. Als je een plan hebt, kom je veel makkelijker in een goede flow op de weg.’