Investeren in jonge verkeersdeelnemers

Nul verkeersslachtoffers: dat is de ambitie van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV). Evert-Jan Hulshof, directeur Veilig Verkeer Nederland, gaat in gesprek met maatschappelijke partners om te horen hoe zij het SPV 2030 in de praktijk brengen. De eerste stop is jongerenorganisatie TeamAlert in Utrecht.

Veilig Verkeer Nederland TeamAlert Maartje Evert-Jan Fotograaf Michael Graste

Jongerenspecialist

TeamAlert bestaat dit jaar twintig jaar en werkt sinds dag één samen met Veilig Verkeer Nederland. Directeur Maartje Burghgraef: "We zijn ooit opgericht als stageproject vanuit het ministerie. In die tijd werd duidelijk dat jongeren van 12 tot en met 24 jaar een speciale aanpak nodig hebben als het gaat om gedragsverandering. Inmiddels staan we met een team van dertig young professionals én een pool van zestig flexibele krachten dicht in contact met deze leeftijdsgroep."

Prikkelende kaarten

Al pratende valt op dat Maartje en Evert-Jan een sterke niet-lullen-maar-poetsen-mentaliteit delen. En dan is er nog een andere, helaas verdrietige, overeenkomst die hen bindt: ze hebben in het verleden een dierbare verloren aan een verkeersongeval. Het vormt voor beiden een persoonlijke drijfveer om een bijdrage te leveren aan de verkeersveiligheid. Daarmee is het bruggetje naar de gesprekskaarten snel gemaakt. Evert-Jan en Maartje stellen elkaar om beurten een prikkelende vraag over het SPV 2030.

Evert-Jan: "Wat is volgens jullie de belangrijkste ‘to do’ in het streven naar nul verkeersslachtoffers?"

Maartje: "Voor TeamAlert is het belangrijk om te investeren in twee belangrijke risicogroepen: kwetsbare verkeersdeelnemers, met name fietsers, en onervaren bestuurders. Binnen die laatste groep vormen vooral jonge mannen het grootste risico. Met een rijbewijs op hun 18e denken ze een goede chauffeur te zijn, maar ze zijn zich oprecht niet bewust van de gevaren. Het is wetenschappelijk bewezen dat het hersengedeelte waarmee je risico’s inschat, pas op je 25ste is ontwikkeld. De zelfoverschatting in deze groep is groot en hoger dan bij vrouwen. Om ze hiervan bewust te maken, zetten we allerlei interventies in. Van online games en filmpjes tot peer educators: jongeren die 1-op-1 in gesprek gaan met leeftijdsgenoten. We doen ook veel onderzoek. Daaruit blijkt dat werkgevers een belangrijke invloed hebben op veilig verkeersgedrag bij jongeren. Deze output nemen we mee in onze projecten."

Veilig Verkeer Nederland TeamAlert Maartje Evert-Jan Fotograaf Michael Graste in gesprek met magazine
Evert-Jan en Maartje gaan met elkaar in gesprek aan de hand van gesprekskaarten met prikkelende vragen. Fotografie: Michael Grast

Maartje: "Hoe groot was jullie rol bij het ontwikkelen van het SPV?"

Evert-Jan: "Veilig Verkeer Nederland is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming. Onze 88 jaar aan expertise en praktijkervaring kwam in allerlei werkgroepen goed van pas. Uiteindelijk zijn we vanuit de Verkeersveiligheidscoalitie opgetrokken richting het ministerie van I&W. Daar zijn heel veel adviezen overgenomen die we hebben ingebracht, met name de risicogestuurde aanpak die zo kenmerkend is in het SPV. Ook de aandacht voor educatie bij kwetsbare verkeersdeelnemers zie je gelukkig terugkomen in het plan. Waar vroeger vooral het accent lag op investeren in een veilige infrastructuur, speelt nu ook de factor gedragsbeïnvloeding een belangrijke rol. Het is en-en geworden en dat vind ik een grote verdienste."

Evert-Jan: "Een van de eerste maatregelen uit het SPV die al in gang is gezet, is de MONO-campagne. Hoe geven jullie hier nu invulling aan?"

Maartje: "TeamAlert draagt actief bij aan de landelijke werkgroep MONO. Hoewel we al jaren middelbare schoolprojecten uitvoeren over afleiding op de fiets, gebeurt dat nu onder de naam ‘Go MONO’. Daarnaast werken wij net als VVN samen met maaltijdbezorgdiensten. Zo ontwikkelen we nu voor Thuisbezorgd een training op maat. Ook zijn we afgelopen jaar met Interpolis een intensief traject gestart toen het appverbod werd ingevoerd. Het is iets van de laatste jaren dat het bedrijfsleven zo nadrukkelijk aan de slag is met verkeersveiligheid. Dat vind ik een hele positieve ontwikkeling en het sluit ook aan op de doelstellingen uit het SPV."

"Verbod op lachgas? Wij polsen bij jongeren wat ze daarvan vinden."

Maartje Burghgraef - Directeur van TeamAlert

Maartje: "Het SPV bestaat uit een landelijk actie-plan. Hoe verzilveren jullie de ambities op buurtniveau?"

Evert-Jan: "Hoe mooi landelijke plannen ook zijn, het gaat erom dat je mensen lokaal in beweging krijgt. Daarom werken wij heel veel op buurtniveau. Onze VVN-vrijwilligers spelen daarin een belangrijke rol. Een mooi voorbeeld is het VVN Participatiepunt waar mensen een onveilige verkeerssituatie in hun buurt kunnen melden én oplossen. Onder de vlag ‘Meedoen is makkelijk’ vallen diverse buurtacties, zoals de VVN Snelheidsmeting en de VVN Stickeractie. Daarmee moedigen we buurtbewoners aan om samen in actie te komen. Die betrokkenheid, uit het hart van de buurt, werkt weer positief door in de gemeentelijke beleidsvorming én in onze missie: iedereen veilig over straat.: 

Evert-Jan: "Het SPV kent een risicogestuurde aanpak. Wat zijn voor jullie op dit moment de grootste risico’s in het verkeer?"

Maartje: "Mijn persoonlijke zorg zit in het gewoontegedrag van de mens. Kijk naar mobiele telefoons: we zijn er de hele dag mee bezig. Eenmaal in het verkeer is het voor ons brein heel moeilijk om die afleiding los te laten, met alle risico’s van dien. Hetzelfde geldt voor de toename van drugsgebruik, waardoor ook het rijden onder invloed stijgt. Wij spelen daarop in met educatie en voorlichting, gebaseerd op inzichten uit onze onderzoeken. Als er in Den Haag wordt gesproken over een verbod op lachgas, polsen wij bij jongeren wat ze daarvan vinden. Ze bleken behoefte te hebben aan voorlichting, een duidelijke norm en handhaving. Dat is zo mooi en bijzonder aan het werken met deze doelgroep: ze praten heel open over strafbaar gedag en denken graag mee over oplossingen."

Dit artikel verscheen eerder in ons VVN Magazine (voorjaar 2020). Fotografie: Michael Grast