VVN Verkeersexamen: 'Oefenen, oefenen, oefenen'

Publicatiedatum:

We zijn bij Tjitske (10) in het Brabantse Berlicum als buurman Bart (60) komt binnengelopen. Met zijn verkeersdiploma uit 1971 onder de arm, lacht hij haar vrolijk toe: ‘Nog even en jij hebt ‘m ook binnen!’ Dat hoopt Tjitske ook. Ze is al druk aan het oefenen voor het VVN theoretisch Verkeersexamen.

Oefenen VVN Verkeersexamen

Stink er niet in

Eind maart doen zo’n 170.000 kinderen uit groep 7 en 8 weer mee aan het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. De eerste stap is slagen voor de theorie. Tjitske: ‘Dat vind ik best spannend, want ik wil het heel graag halen. De juf heeft gezegd dat sommige vragen instinkers zijn, dus daar oefenen we nu op in de klas.’ Bart kan zich voorstellen dat Tjitske wat nerveus is: ‘Blijf vooral doorgaan met zoveel mogelijk oefeningen maken. Speur daarvoor ook eens op internet. Een goede voorbereiding scheelt een heleboel.’

Superhandige filmpjes

Precies vijftig jaar geleden was het nog de beurt aan Bart. Hij herinnert zich de voorbereiding op zijn eigen verkeersexamen goed: ‘Op school werkten we met oefenboekjes, met tekeningen bij de vragen. Wat een verschil met de foto’s en online filmpjes van nu.’ Tegenwoordig leggen ook steeds meer leerlingen het VVN theoretisch Verkeersexamen digitaal af. Op Tjitskes basisschool is het theorie-examen nog schriftelijk, al werken ze in de klas wel met de online oefenexamens van VVN. ‘De filmpjes zijn superhandig en helpen goed bij het leren. Van de 25 vragen had ik er laatst maar 3 fout.’

Bart met zijn verkeersdiploma uit 1971
Bart met zijn VVN Verkeersdiploma uit 1971

Wég met die zenuwen

Tjitske gaat straks ook het praktisch examen doen: ‘Dat vind ik minder eng, zeker als ik de route met papa of mama heb geoefend. Ik ben ook wel wat gewend op de fiets. Voorheen woonden we in ‘s-Hertogenbosch, daar was het veel drukker in het verkeer. Hier rijden mensen langzamer en ze houden zich meer aan de regels. Dat voelt fijn.’ Bart, van oorsprong verkeerskundige, is blij dat Tjitske dat zo ervaart: ‘Je veilig voelen en gedragen in het verkeer, hangt samen met de kennis en ervaring die je opdoet. Daarom is mijn advies: oefenen, oefenen, oefenen! Achter je laptop of tablet, maar ook buiten op de fiets met je ouders. Wie goed is voorbereid, hoeft niet meer zenuwachtig te zijn.’

Vinden of weten?!

Na deze peptalk neemt Tjitske het tegen Bart op in de verkeersexamenquiz. De fanatiekelingen willen allebei winnen en geven elkaar bij de start nog een sportieve ‘boks’. Om en om krijgen ze 10 vragen. Tjitske begint te gniffelen als Bart twijfelt bij een vraag over een spoorwegovergang. Die herkent ze nog uit het oefenexamen. ‘Ik ga voor A’, zegt Bart. ‘Haha, dat was een instinker!’, lacht Tjitske. Een andere vraag gaat over fietsers: mogen ze de straat inrijden? Bart vindt van wel, waarop Tjitske antwoordt: ‘Vinden is iets anders dan weten hè?’ Dan verschijnt de uitslag op het scherm: Bart heeft er 8 goed en Tjitske 9! ‘Oef, je hebt me ingemaakt’, zucht Bart. Tjitske is trots. Dat belooft veel goeds voor haar examen!