Janneke van Gestel was op zoek naar een leuke en leerzame activiteit en kwam terecht op het VVN Actieplein. “Daar vond ik de Schatkistspeurtocht en dat was precies wat ik zocht!”, vertelt Janneke enthousiast. “Eigenlijk begon mijn pret al toen ik bezig was met de voorbereidingen. In de leuke toolkit die ik op het VVN Actieplein vond, zat alles: opdrachtkaarten, pijlen en een handleiding hoe ik alles moest doen. Het was heel eenvoudig, ik hoefde alleen nog maar een datum te prikken en alle kinderen uit te nodigen. Ik heb de voorbereidingen in het geheim gedaan zodat dit feestje ook voor mijn jongste dochter een verrassing zou blijven.”
Bram heeft hulp nodig
Terwijl de groep van vijf in de leeftijd van 4 tot 6 jaar thuis nageniet van de speurtocht en moe maar voldaan aan een ijsje likt, vertelt Janneke over de geslaagde ochtend. “Het was allemaal zo leuk! In alle vroegte ben ik al de pijlen en kaarten hier in de buurt aan bomen gaan hangen en heb ik op een ventweggetje een zebrapad getekend. Een leuk klusje van zo’n 45 minuten. Toen de kinderen er allemaal waren, kon de speurtocht beginnen. Eerst kregen de kleuters het filmpje te zien. Zo leerden ze Bram, Lot en Yossie kennen. Het verhaal: Bram is verdrietig want hij is verdwaald en kan de route naar de schat niet vinden. Hij durft het verkeer niet door en vraagt de kinderen om hulp. Natuurlijk gaat de groep die zielige Bram een handje helpen”, lacht Janneke.
Zes spellen
Tijdens de Schatkistspeurtocht moeten de kleintjes, met behulp van de pijlen, opdrachten en schatkaart, de schatkist vinden. Onderweg komen ze allerlei leerzame spelletjes tegen. “We hebben zes spellen gedaan en begonnen met het Verkeerslichtspel. Hierbij zongen we verschillende liedjes en speelden we een voor een voor verkeerslicht. Rood licht betekent stoppen met zingen, de kleur oranje houdt in dat je de zin mag afmaken, bij groen licht kan er doorgezongen worden. Daarna volgde het Memoryspel waarbij de kinderen leerden waar een tractor, motor of fiets behoort te rijden. Op het door mij getekende zebrapad werd geoefend met oversteken. De verschillende vervoersmiddelen kwamen ook aan bod. Op een blad konden ze aangeven met welk vervoersmiddel ze naar school, naar oma en opa of op vakantie gaan. Voor de Fietsquiz had mijn vriendin een fiets meegenomen. De kinderen moesten invullen waar de rem, koplamp, het achterlicht en de reflector zit. Tijdens het laatste spel werd de kinderen gevraagd wat ze allemaal onderweg gezien hadden; een politieauto, haaientanden, een tractor, een fiets… Onvoorstelbaar wat ze allemaal onthouden hadden.”