Jan Grootenboer: ‘Mooier werk kun je niet vinden’

Jan Grootenboer
Heiloo

Iedereen kan iets doen om het verkeer voor zichzelf en voor anderen een stukje veiliger te maken. Duizenden mensen in heel Nederland doen dat al. Zo ook Jan Grootenboer. Als geboren organisator met een hart voor mensen en verkeer, helpt de voorzitter van VVN afdeling Heiloo al dertig jaar jong en oud veilig de weg op. Tijd om even stil te staan bij Jan.

Jan Grootenboer, vrijwilliger Veilig Verkeer Nederland

Hoe ben je betrokken geraakt bij Veilig Verkeer Nederland?

‘Toen ik net in Heiloo kwam wonen, viel het me op hoe druk het was in de straat. Vrachtwagens reden af en aan. Ik ging langs de deuren met briefjes: wat vinden jullie ervan? Uiteindelijk belandden we met een groepje bij de gemeente en werd de straat afgesloten voor autoverkeer. Een jaar later belde de gemeente: ‘U heeft iets met verkeer, wilt u meewerken aan de nieuwe VVN-afdeling?’ Ik begon als penningmeester en met een leuk team gingen we al snel met scholen en de politie aan de slag. Dat is nu bijna dertig jaar geleden.’

Hoe ziet een dag in het teken van verkeersveiligheid er voor jou uit?

‘Alleen maar plezierig! Mooier werk kun je niet vinden. We doen van alles: alcoholcontroles met de politie, fietsverlichtingcontroles, VVN Verkeersexamens, dodehoeklessen en het schoolpleinproject. Dan maken we met stoepkrijt en pionnen een rotonde om kinderen uit groep 5 spelenderwijs te leren hoe alles werkt. Ze vinden het geweldig. Als je later door het dorp fietst, hoor je: ‘Hé, u bent meneer van het veilig verkeer!’ Kinderen onthouden alles heel goed, dat is leuk. En ik hoop dat ze er ook echt iets van opsteken.’

Wat spreekt je zo aan?

‘De contacten met de gemeente, politie, scholen en vrijwilligers. Ik zit ook in de verkeerscommissie van Heiloo, waar nieuwe plannen worden besproken. Die neem ik mee terug naar het team, want we beslissen alles samen. Organiseren zit in mijn bloed en ik hou ervan om mensen bij elkaar te brengen. Omdat ik dit al zo lang doe, ben ik een soort aanspreekpunt geworden. En soms krijg ik er tranen van in mijn ogen als ik zie hoe kinderen bezig zijn. Ik vind het fantastisch.’