Rijden in het donker
- De meeste mensen vinden het fijner om overdag te rijden. Moet je toch in het donker autorijden, zorg er dan voor dat je uitgerust aan de rit begint. Rijden in het donker vergt meer concentratie dan rijden met daglicht. Zorg dat je ramen schoon zijn en laat je ogen, voordat je de wagen start, even wennen aan het donker.
- Er leiden meestal meerdere wegen naar Rome. Is de ene weg beter verlicht dan de andere? Kies dan de route met de meeste verlichting. Over licht gesproken: werken de koplampen goed? Check ze voordat je op pad gaat. Voor groot licht geldt: Gebruiken mag, mits er geen tegenligger aankomt of een ander voertuig op korte afstand volgt.
- Een te warme auto zorgt ervoor dat je suf wordt. Zeker als je tijdens je rit in het donker tuurt. Zet de verwarming dus niet te hoog.
- Heb je last van een lichte vorm van nachtblindheid? Een speciaal hiervoor bestemde gele bril kan helpen. De gele glazen verhelderen het zicht en verminderen schitteringen en reflecties.
Rijden met hoge temperaturen
- Ga nooit op pad zonder zonnebril. Ook in de vroege ochtend of laat op de avond wanneer de zon laag aan de horizon staat, kun je overvallen worden door een verraderlijk laagstaand zonnetje.
- Natuurlijk is het lekker om slippers te dragen als de mussen van het dak vallen, maar met een schoen of zomers sandaaltje aan je voeten heb je meer grip. Dit maakt de rit een stuk veiliger.
- Parkeer je auto zoveel mogelijk in de schaduw. Is het heet in je voertuig? Zet dan, voordat je gaat rijden, alle ramen en deuren tegen elkaar open. Zo begin je met een koel hoofd aan je rit.
Rijden met mist
Door voor de autorit de website buienradar.nl te checken, weet je vaak al wat voor weersomstandigheden je kunt verwachten. Toch kan slecht weer je overvallen. Kom je in de mist terecht, pas dan je snelheid aan en verdubbel de afstand tot je voorganger.
Is je zicht door mist slecht? Rij dan, net als ’s avonds en ’s nachts, met dimlicht. Is het zicht door dichte mist minder dan 50 meter? Zet dan je mistachterlicht aan. Aan de voorkant van de auto geldt dat je de mistlampen aan mag zetten bij een zicht minder dan 200 meter.
Rijden met zware regenval
Ook hier geldt: pas je snelheid aan en hou voldoende afstand. Goede banden zijn ontzettend belangrijk. Hoe meer profieldiepte, hoe minder de kans op aquaplaning. Mocht je toch de grip over de auto verliezen, laat dan gelijk het gaspedaal los en trap (bij een handgeschakelde auto) de koppeling in.
Tijdens de regen beslaan de ramen snel. Zeker als je met natte kleding en paraplu de wagen instapt. Zet de airconditioning of verwarming aan en richt de blazers op de ramen.
Rijden met sneeuw
Ook bij sneeuw geldt: pas je snelheid aan en hou voldoende afstand. Rij niet in de sneeuw met zomerbanden. Heb je winterbanden? Zorg voor de juiste bandenspanning.
Optrekken in de sneeuw kan voor problemen zorgen. De banden hebben dan moeite om grip te krijgen. Tip: trek op in de tweede versnelling, geef weinig gas en voer je handelingen rustig uit.