Als ouder heb je een belangrijke rol in de verkeersopvoeding van je kind. Om je kind te helpen veilig aan het verkeer deel te nemen, is het goed om te weten hoe het zit met de ontwikkelingsfasen van kinderen. Hoe zit het bijvoorbeeld met besef van gevaar? Of op welke leeftijd onderschatten kinderen de snelheid van verkeer? Waar moet je extra op letten? Waar kunnen jullie samen extra mee oefenen?
Verkeersgedrag van kinderen, de ontwikkelingsfasen
Kinderen zijn fysiek klein, speels en zowel lichamelijk als geestelijk in ontwikkeling. Hierdoor zijn ze kwetsbare verkeersdeelnemers. Voor (groot)ouders is het handig om te weten wat ze aankunnen in het verkeer. Zo weet je wat veilig is en waarmee je ze kunt helpen. Wat zijn de verschillende ontwikkelingsfasen?
Meer lezen
De ontwikkeling van kinderen en het verkeer
Van 0 tot en met 4 jaar
- Vanaf ongeveer 3 jaar kunnen kinderen lopen en gelijktijdig hun aandacht richten op andere dingen.
- Tot ongeveer 4 jaar is rennen een probleem, vooral als plotseling moet worden gestopt.
- Kinderen tot zo'n 5 jaar hebben een zeer beperkt besef van gevaar.
Van 4 tot en met 8 jaar
- Tussen de 5 en 10 jaar ontstaat bij een kind het besef van gevaar.
- Vanaf ongeveer 5 jaar gaan kinderen fietsen; in het begin slingeren ze daarbij flink (vooral bij achteromkijken en lage snelheid).
- Vanaf ongeveer 6 jaar kennen kinderen de functie van een trottoir, een zebrapad en een verkeerslicht (rood is stoppen, groen is veilig).
- Tot de leeftijd van 8 Ã 9 jaar kunnen kinderen gevaren niet zien aankomen.
- Tot ongeveer 10 jaar ontwikkelt het gezichtsveld en het vermogen om vanuit de ooghoek te zien.
- Tot ongeveer 10 jaar overschatten kinderen snelheid. Hierdoor wachten ze ook voor fietsers en auto’s die nog erg ver weg zijn.
Van 8 tot en met 12 jaar
- Tussen de 10 en 14 jaar onderschatten vooral jongens de snelheid. Hierdoor kunnen ze plotseling oversteken, vlak voor een aankomende auto of ander verkeer.
- Vanaf ± 10 jaar zijn de meest basale verkeersregels en -borden bekend.
- Tot ongeveer 11 jaar rennen kinderen nog wel eens spontaan de straat op. Opgaand in een spel of rennend achter een bal, vergeten ze dat de straat gevaarlijk kan zijn.
- Tot ± 11 jaar hebben kinderen problemen om de aandacht te richten op belangrijke zaken. Ze kunnen zich op slechts één ding tegelijk concentreren (een vriendje aan de overkant van de straat krijgt meer aandacht dan een naderende auto).
- Pas vanaf zo'n 11 jaar kunnen kinderen hun aandacht bewust richten op het verkeer.
- Tot ± 12 jaar vinden kinderen het nog lastig complexe verkeerssituaties met meerdere verkeersdeelnemers uit verschillende richtingen te overzien (kruispunten, rotondes, links afslaan).
Van 12 tot en met 16 jaar
- De fietsvaardigheid neemt tot ongeveer 14 jaar toe, waarbij tot het tiende jaar de grootste verbeteringen worden waargenomen. Hoe meer kinderen fietsen, hoe groter hun vaardigheid.
- Zelfs tot 16 jaar leveren complexe verkeerssituaties nog regelmatig problemen op voor kinderen.
- Alle kinderen (dus ook middelbare scholieren) hebben grote problemen met de algemene voorrangsregels (bestuurders van rechts gaan voor, rechtdoor op dezelfde weg gaat voor, e.d.). Hoe jonger het kind, hoe groter deze problemen.
- Tot ± 16 jaar neemt de snelheid van informatieverwerking toe. Kinderen hebben dus meer tijd nodig dan volwassenen om beslissingen te nemen.
Bronnen
- CROW publicatie 153: Handboek ontwerpen voor kinderen, Ede, nov 2000
- Straten voor kinderen, Stichting Kinderen Voorrang, Amsterdam, juni 1997
- Kinderen Onderweg, Stichting Kinderen Voorrang, Amsterdam 1997