Motoren mogen tussen de files doorrijden

Sinds 1991 mag je op de motor langzaam tussen de file door rijden. Om dit veilig te laten verlopen is er een filegedragscode opgesteld door het Motorplatform. Het snelheidsverschil mag bijvoorbeeld niet meer dan 10 km/uur zijn en als de file weer op gang komt moet de motorrijder weer invoegen tussen de auto’s. De motorrijder kan alarmlichten gebruiken om het achterliggende verkeer te waarschuwen bij het naderen van een file. Deze kunnen weer uit wanneer er tussen de file door gereden wordt. Motorrijders moeten bij het passeren van de file kiezen voor de plek tussen de twee meest linkse rijstroken: het gebruik van andere wegstroken of -delen is niet toegestaan. Als er meerdere motorrijders zijn wordt een onderlinge afstand van twee auto's en het gebruiken van dezelfde baan aangeraden. Hier staan alle verkeersregels voor motorrijden in de file op een rijtje.

Motorrijders zijn kwetsbaar in files

Een belangrijke reden dat motorrijders gebaat zijn bij een plekje náást de auto’s - in plaats van erachter - is de veiligheid. Een motor heeft geen kreukelzones, bumpers of airbags. Kop-staartbotsingen zijn dan ook levensgevaarlijk.

Tijd besparen door samenspel

Filerijden kost tijd. Als motorrijders niet aansluiten in de rij kan dit ruimte en tijd besparen, doordat de weg optimaal wordt benut. Door goed samenspel kunnen motorrijders en automobilisten irritatie en ongevallen voorkomen. De gouden tips voor automobilisten? Bied voldoende ruimte, check regelmatig je buitenspiegels en wees alert op motoren bij het wisselen van rijstrook. Minder bekend, maar heel belangrijk: open het portier niet wanneer je in de file staat bij mooi weer. Open deuren kunnen voor motorrijders ernstige gevolgen hebben.

Houd jij je aan de spelregels voor motorrijders en automobilisten? Dan kom je veilig en snel door de file heen.