Van maandag 29 maart tot en met woensdag 31 maart vindt het VVN theoretisch Verkeersexamen plaats. Sinds de lancering van het Nationaal VVN Verkeersexamen in 1932, hebben ruim 17 miljoen kinderen het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland (VVN) afgelegd.
25 vragen
Tijdens het theoretische deel van het VVN Verkeersexamen beantwoorden leerlingen 25 vragen over veiligheidsbewustzijn, verkeerskennis, vaardigheid en houding. Dit doen zij vanuit verschillende verkeersrollen. Denk hierbij aan de rol als fietser, voetganger op de step of op skates, maar ook vanuit de rol als passagier in bijvoorbeeld de auto of het openbaar vervoer. Ook komen regels omtrent afleiding, spoorwegovergangen en groepsverkeer naar voren. Kinderen kunnen oefenen voor het VVN theoretisch Verkeersexamen met bijvoorbeeld oefenexamens en een verkeersexamenquiz. Statistieken uit voorgaande jaren laten zien dat kinderen doorgaans vooral moeite hebben met het juist interpreteren van het verschil tussen voorgaan en voorrang. Ook ouders blijken niet altijd het verschil te kennen.
Leerlingen zijn geslaagd als ze 16 van de 25 vragen goed hebben beantwoord. Wij delen in aanloop naar het examen alvast één belangrijke tip: voorrangsregels gelden alléén voor bestuurders en dus niet voor voetgangers. Regels over voorgáán gelden voor al het verkeer.
Opmars digitaal VVN Verkeersexamen
Een door VVN veelgehoord voordeel van het digitale verkeersexamen, is dat de leerlingen onder meer door middel van filmpjes en interactieve vragen nog beter worden getoetst. Ook kunnen de vragen worden voorgelezen, zodat het minder om leesvaardigheid draait en nog meer om verkeersinzicht.