1. Laat je ogen regelmatig testen
Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat je ogen geleidelijk achteruit gaan. Zo wordt de ooglens minder helder, waardoor je gezichtsscherpte kan afnemen. De ooglens wordt stugger, waardoor het focussen moeilijker wordt. Ook neemt de kans dat je met een oogziekte te maken krijgt toe. De meest voorkomende oogziekten zijn retinopathie, leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD), glaucoom en staar. Lees hier over alarmsignalen.
Omdat veranderingen in je zicht geleidelijk optreden, merk je ze misschien niet direct op. Laat je ogen daarom elke twee tot drie jaar door een opticien meten. Vooral als je ouder bent dan 50 jaar of als oogziekten in de familie voorkomen. Heb je klachten? Raadpleeg dan een huisarts of optometrist. Zij kunnen je doorverwijzen naar een oogarts indien nodig. Meer weten over waar je terechtkunt? Het Oogfonds heeft een handig overzicht.
2. Kies de juiste bril of vermijd rijden in het donker
Kun je niet goed zien in het donker? Een bril of lenzen op de juiste sterkte helpen je om meer contrast te zien. Er bestaan ook nachtzichtbrillen met gele glazen. Al is er geen duidelijk bewijs dat deze brillen werken: het tegenlicht is met gele glazen minder fel. Hierdoor zijn er veel mensen die er baat bij hebben en het dragen van een bril met gele glazen prettiger vinden. Laat je adviseren door de opticien.
Helpt de juiste bril niet of onvoldoende? Dan is het beter om niet meer te rijden bij schemer of in het donker. Ook bestaat de kans dat je nachtblindheid hebt. Laat je ogen eens testen.
3. Kleurenblind? Let extra op vormen van verkeerstekens
Als je kleurenblind bent ervaar je uitdagingen bij het onderscheiden van bepaalde kleuren, zoals groen en rood. Dat kan in het verkeer lastig zijn. Een paar tips:
- Leer de volgorde van de kleuren van verkeerslichten uit je hoofd.
- Ken de vormen van verkeersborden om veilig te navigeren. Bekijk hier een overzicht van verkeersborden en -tekens.
4. Draag een zonnebril
Een zonnebril is noodzakelijk op plekken waar veel reflectie is, bijvoorbeeld bij sneeuw of op het water. Ook in gewone situaties kan het prettig zijn een zonnebril te dragen. Kies voor een zonnebril met UV-bescherming. Dit herken je aan de eigenschappen 'UV400' of '100% UV'.
In het verkeer is een zonnebril een handig hulpmiddel om prettig te rijden. Bijvoorbeeld bij laaghangende zon. Let erop dat je zonnebril niet te donker is (vermijd zonnebrillen met categorie 4 of 5). Zo kun je ook in plotselinge donkere situaties (zoals bij tunnels) goed zien.