We geven hieronder algemene adviezen. Als begeleider of organisator is het goed om na te denken over wat belangrijk is voor jouw groep en jullie situatie. 

Voorbereiding

• Kies een zo veilig mogelijke route door bijvoorbeeld drukke wegen en gevaarlijke kruisingen te vermijden. 
• Probeer routes te kiezen met een vrijliggend fietspad. 
• Zorg dat de fietsen voldoen aan de VVN Fietscheck.
• Het dragen van een fietshelm is niet verplicht, maar wel slim. Wist je dat je door het dragen van een fietshelm het risico op ernstige blessures aan je hoofd en hersenen veel kleiner is? En dat als iedereen een fietshelm draagt er per jaar ongeveer 2.500 minder ernstige gewonden in het verkeer zullen zijn? De moeite waard dus. Zorg voor fietshelmen of vraag de fietsers zelf een helm mee te nemen. Lees meer over de fietshelm. 
• Bekijk de weersvoorspelling en pas daar de fietstocht op aan. 

Tijdens het fietsen 

• Fiets MONO: zorg dat iedereen de telefoon op stil of ‘niet storen’ zet en de telefoon opbergt.
• Zorg dat per groep in ieder geval de voorste, middelste en achterste fietser een fluorescerend hesje draagt. Bij voorkeur draagt iedereen een fluorescerend hesje. 
• Splits groepen groter dan 20 deelnemers op in twee of meer kleinere groepen. 
• Stop voor rood licht, ook als een deel van de groep al is overgestoken. 
• Als een deel van de groep elektrisch fietst en een deel niet, splits dan de groep in tweeën, zodat iedereen hetzelfde tempo fietst. Als dat niet mogelijk is, laat dan de elektrische fietsers voorop en in de laagste trapondersteuning fietsen.
• Houd genoeg afstand tussen de fietsers, zeker wanneer elektrische fietsers en niet-elektrische fietsers door elkaar fietsen.

Fietsen met een groep kinderen 

• Zorg voor voldoende begeleiders. De richtlijn is één begeleider per vijf kinderen. Dit is wel afhankelijk van de leeftijd en fietsvaardigheid van de kinderen en van de route die gefietst gaat worden. 
• Kies een zo veilig mogelijke route en houd rekening met de fietsvaardigheid en conditie van de kinderen. Kinderen die vermoeid zijn letten minder goed op, waardoor er sneller ongelukken kunnen gebeuren. 
• Plan voldoende pauzes in, zeker bij een wat langere route. 
• Maak vooraf afspraken over gedrag. Kinderen hebben minder fietservaring dan volwassenen, dus sommige dingen die logisch lijken moeten toch nog even benoemd worden. In het kader hieronder staat een overzicht van de gedragsafspraken voor fietsen in een groep, zoals kinderen dat in de VVN Verkeersmethode aangeleerd krijgen. 

Zo zit dat… als je fietst in een groep 

In de VVN Verkeersmethode noemen we deze gedragsafspraken voor kinderen tijdens het fietsen in een groep:

• Blijf op je plaats in de groep fietsen. 
• Ga achter elkaar fietsen, als iemand belt of toetert om je in te halen. 
• Fiets ook achter elkaar bij drukke verkeerssituaties, op smalle wegen, op fietsstroken, bij het nemen van bochten, bij het passeren van obstakels of bij inhalen. Voordat je passeert of inhaalt, moet je altijd eerst achteromkijken over je linkerschouder (ook als je niets hoort). 
• Fiets niet te dicht achter en naast elkaar. 
• Rem niet plotseling, maar waarschuw even. 
• Houd beide handen aan het stuur. 
• Let goed op je voorganger en sluit bij hem aan. 
• Blijf zelf ook goed uitkijken. Steek niet zomaar over. 
• Stoei niet als je fietst. 
• Slingeren en inhalen? Niet doen! 
• Let op de tekens van de begeleiders, als die er zijn. 
• De voorste fietsers roepen ‘paaltje’, als ze op het fietspad/de fietsstrook een paaltje zien.